Recente ontwikkelingen hebben de aandacht gevestigd op de gevolgen van industriële activiteiten in de regio Sluiskil en Terneuzen. Het Uitvoeringsprogramma Kanaalzone heeft aangekondigd dat er uitgebreid onderzoek en controles zullen worden uitgevoerd om de ernst van de overlast te bepalen.
Langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen hebben bewoners te maken met een complexe situatie waarin werken, wonen, tuinieren en spelen samenkomen. De industry en scheepvaart veroorzaken overlast, wat vooral wordt gevoeld door inwoners van Sluiskil en omliggende gebieden. Een recent onderzoek bevestigt dat mensen hinder ondervinden van lawaai, stank en stof afkomstig van industriële en maritieme activiteiten.
In de afgelopen jaren zijn honderden klachten ingediend over diverse vormen van overlast. Deze meldingen bieden waardevolle informatie voor de provincie en de milieudienst om inzicht te krijgen in de impact van industriële activiteiten op de omgeving en de gezondheid van de bewoners.
Een effectief middel dat wordt ingezet om de leefbaarheid te meten, is de 'leefplekmeter'. Door middel van veertien verschillende thema's kunnen buurtbewoners hun visie geven op de leefomgeving en suggesties doen voor verbetering. Dit instrument is vorig jaar in diverse wijken geïmplementeerd, en de resultaten worden dit jaar verwacht, waarna een actieplan zal worden opgesteld ter bevordering van de volksgezondheid.
In Sluiskil wordt nauwlettend de luchtkwaliteit gemonitord, met speciale aandacht voor (ultra)fijnstof en stikstofoxide. Deze stoffen kunnen leiden tot luchtwegklachten en astma-aanvallen, wat de urgentie van het onderzoek benadrukt. Daarnaast wordt onderzocht of geluidsoverlast door afgemeerde schepen kan worden verminderd door gebruik te maken van walstroom, wat tevens gunstig is voor het milieu door de vermindering van CO2-uitstoot.
Het toezicht op afmeerpraktijken en het verplichte gebruik van walstroom door Rijkswaterstaat illustreren de inspanningen om de overlast tot een minimum te beperken en de leefomgeving te verbeteren.